• NL
  • Oplossingen
    • Brandschermen

      Brandschermen

      Brandschermen dienen in geval van brand voor de afsluiting van wand- of plafondopeningen. Hun constructieve opbouw (afrol- of vouwtechniek) en het gebruik van diverse weefsels maken een breed scala van toepassingen alsook verschillende beveiligingsdoelen of classificaties en tijdklassen mogelijk. Behuizing en geleiderails van de flexibel toepasbare systemen passen vrijwel onzichtbaar in het bouwwerk en bieden veel vrijheid op het gebied van ontwerp bij de veeleisende architectuur van openruimteconcepten.

    • Transportband afsluitingen

      Transportband afsluitingen

      Voor veelzijdige productie- en logistiekprocessen zijn de meest uiteenlopende soorten transporinstallaties nodig. Wanneer deze transportbanen door brandvertragende of brandwerende wanden of plafonds leiden, moeten de hiervoor noodzakelijke openingen van brandafsluitingen worden voorzien, om een uitbreiding van het vuur via de transporttechniek of het transportgoed te voorkomen. In geval van brand moeten brandwerende transportbandafsluitingen deze openingen onmiddellijk en automatisch afsluiten. Daarbij is een brandwerendheid die is geclassificeerd volgens DIN EN 13501-2 net zo belangrijk, als het snelle vrijgeven van de afsluitgebieden bij de activering.

    • Rookwerende schermen

      Rookwerende schermen

      Een rookscherm is een deel van een installatie voor het vrijhouden van rook, waartoe ook andere onderdelen zoals natuurlijke rook- en warmteafvoerapparatuur (EN 12101-2) en machinale rook- en warmteafvoerapparatuur (EN 12101-3) behoren. Rookschermen beperken daarbij de beweging van verbrandingsgassen binnen een bouwwerk in geval van een brand.

    • Rookdichte schermen

      Rookdichte schermen

      Rookgordijnen voorkomen in gesloten toestand de doortocht van rook in de beginfase van een brand, zodat in geval van brand in de daarachter liggende ruimte ook zonder bescherming van de ademhalingswegen voldoende tijd blijft om mensen en dieren te redden en waardevolle spullen op te bergen.

    • Buisafdichtingen

      Buisafdichtingen

      Dé oplossing voor problemen met brandwerende kleppen voor ruimteluchttechnische installaties in transportprocessen. Stöbich biedt brandbeveiliging voor pneumatische transportleidingen, waarbij de afsluitende elementen niet met de stroomsnelheid in aanraking komen. Zo wordt beschadiging of vervuiling van de afsluitende elementen door ruw transportmateriaal vermeden.

    • Besturingen

      Besturingen

      Bedieningen zijn voor alle automatische brandbeveiligingssystemen nodig! Zij zijn belangrijk voor de veiligheid, want zonder hun functie of bij storingen zou de totale investering van een brandbeveiligingsafsluiting waardeloos zijn. Bedieningen coördineren zowel branddetectie alsook het samenspel met andere bedieningen, zoals gebouwbeheertechniek op een hoger niveau of het activeren van het afsluitgebied bij transportbandafsluitingen.

  • Over Stöbich
  • Actueel
  • Contact
  • STÖBICH Brandschutz: Austria Contact
Brandbeveiliging voor transportinrichtingen

Brandbeveiliging voor transportinrichtingen

Brandbeveiliging als existentievraag

Brandbeveiliging als existentievraag

Brandbeveiliging voor transportinrichtingen

Automatische transportsystemen zijn de levensaders van vele ondernemingen en waarborgen de continue materiaal- en goederenstroom. Deze passeren daarbij noodzakelijke openingen in brandwerende wanden en plafonds, en in geval van brand moeten daarbij transportbandafsluitingen worden gebruikt.

Transportinrichtingen transporteren de meest uiteenlopende transportmaterialen in alle bedrijfsgebieden en passeren daarbij noodzakelijke openingen in brandwerende wanden en plafonds. Hier worden wat men noemt transportbandafsluitingen - kort TBA - toegepast. In geval van brand moeten zij deze openingen automatisch en betrouwbaar afsluiten, om een ongecontroleerde uitbreiding van het vuur in aangrenzende delen van het gebouw te verhinderen.

Driekwart van de door een grote brand getroffen ondernemingen overleven dat niet

43% moet in het eerste jaar insolventie aanmelden - nog eens 28% binnen de volgende drie jaren

INVESTERINGEN in brandbeveiliging zijn investeringen in de verzekering van het bestaan van de onderneming!

Een grote brand betekent voor ondernemingen niet alleen het verlies van productie-installaties of opslagplaatsen. Hij heeft ook gevolgen op de middellange en lange termijn, die zelfs nog verwoestender kunnen zijn. Het niet als onderneming kunnen handelen betekent, dat de markt zich heroriënteert. Zwaarbevochten marktaandelen krimpen en trouwe klanten betrekken hun artikelen noodgedwongen van andere aanbieders. Wanneer deze toestand langer aanhoudt, kan het een permanente negatieve verandering ten gevolge hebben, omdat klanten en concurrenten niet wachten, totdat het stilgevallen bedrijf zich weer heeft hersteld. Dit kan ook door verhoogde investeringen op het gebied van marketing niet zonder meer worden gecompenseerd. Weliswaar kunnen verzekeringen tegen brand en onderbreking van de bedrijfsvoering de direct ontstane schade afdekken, schade aan het ondernemingsimage of een zich veranderende marktsituatie kan daarmee meestal niet worden opgevangen. (Bron: bvfa)

Bouwkundige segmentatie binnen gebouwen

Wettelijke eisen

Bouwvoorschriften en verzekeringen vereisen een bouwkundige segmentatie binnen gebouwen, dus een brandbeschermingstechnische afscheiding van aangrenzende gebieden. Openingen in deze afscheidingen zijn in principe ontoelaatbaar, behalve als ze voor het gebruik van het gebouw nodig zijn.

Wanneer dus railgebonden transportinrichtingen bijvoorbeeld door een brandmuur gaan, moeten de daarvoor noodzakelijke openingen van zelfsluitende, brandwerende transportbandafsluitingen (brandweerstand ten minste meer dan 90 minuten) worden voorzien. De geschiktheid voor gebruik van dergelijke afsluitingen moet in Duitsland door een algemene registratie van Bouw- en woningtoezicht van het DIBt (bij uitzondering door een toestemming in het afzonderlijke geval) of op Europees niveau door een Europese technische beoordeling zijn aangetoond. Wezenlijke basis voor de toekenning van het bewijs van bruikbaarheid zijn passende brandtesten. Transportbandafsluitingen moeten daarom hetzij met succes volgens EN 1366-7 (geharmoniseerde testmethode) of volgens DIN 4102-5 in verbinding met de "Richtlijn voor de registratie van brandafsluitingen in het kader van railgebonden transportinrichtingen" van het DIBt zijn getest. Beide beproevingsnormen stellen hogere eisen aan brandafsluitingen dan bijvoorbeeld de DIN EN 1634-1 voor deuren, poorten, afsluitingen en vensters. zo ontstaan bijvoorbeeld door de verschillende inbouwposities van het FAA (dicht bij de vloer, verhoogde montagepositie in de wand, horizontale stand) hogere drukken in de brandruimte dan bij de test voor deuren en poorten. Bovendien mogen in geval van brand de lineaire uitzetting en warmtegeleiding van doorlopende onderdelen of noodzakelijke functie-openingen van de transporttechniek geen negatieve invloed op de brandweerstand van de afsluiting hebben. De mechanische belasting en de duurzaamheid van de zelfsluitendheid van de transportbandafsluiting moet door een functionele duurtest met 200.000 cycli (Klasse C5) zijn aangetoond.

Een brandscherm in het kader van railgebonden transportinrichtingen moet aan vele eisen voldoen!

Bestanddelen van een transportbandafsluiting

Of het nu gaat om een schuifontwerp, klepconstructie, draaivleugeldeur of sectiepoort: voor vrijwel elke inbouwsituatie en variant van de transporttechniek is er vandaag een geschikte afschermingsoplossing. Daarbij moet elke FAA in principe bijdragen aan een storingsvrij transportproces dan wel mag hij dit niet verhinderen. Fabrikanten van transportinrichtingen gaan dan uit van een veilig samenspel tussen transportinrichtingen en FAA zowel als van een betrouwbaar sluiten.

  1. Transportbandafsluitingen voor 22 verschillende transporttechniek-bouwwijzen (onderbroken of doorlopend), . Rollentransporteurs, bandtransporteurs, draagkettingtransporteurs, rondlopende transportbanden etc.
  2. Afsluiting getest volgens de speciale norm DIN EN 1366-7 met de veel hogere eisen dan de teststandaard voor poorten DIN EN 1634-1 (bijv. hogere ovendrukken, opdat de inbouw in hogere posities geoorloofd is, zowel als vereiste compartimentering door transporttechniek enz.).
  3. Getest voor de meest uiteenlopende soorten wanden, massieve bouwwijzen tot lichtgewicht beklede scheidingswanden met regelwerk.
  4. Door Bouw- en woningtoezicht geregistreerde controlesystemen (openhoudsystemen), de speciaal getest en gedimensioneerd zijn voor transportbandafsluitingen (bijv. signaaluitwisseling met transporttechniek).
  5. Afsluitgebieden worden in het geval van het ontstaan van brand vrijgemaakt door bewaking van de afsluitgebieden of door afruimsystemen.
  6. Verzekeren van een storingsvrij transportproces, omdat er geen inwerking door de transportbandafsluiting is.
  7. Veilige compartimentering van doorlopende transporttechniek, ook bij ingewikkelde constructies.
  8. Veelsoortige sluitrichtingen wegens ruimtebeperkingen.
  9. Ook gedimensioneerd voor zeer veel functiecycli tot 200.000 – en wanneer dat vereist is, nog meer.
  10. Decentrale noodstroomeenheden voor het vrijmaken van het afsluitgebied ook bij netonderbreking.

Veelsoortige transporttechnieken vereisen verschillende afschermingsvarianten

Modellen

Of het nu gaat om een schuifontwerp, klepconstructie, draaivleugeldeur of sectiepoort: voor vrijwel elke inbouwsituatie en variant van de transporttechniek is er vandaag een geschikte afschermingsoplossing. Daarbij moet elke FAA in principe bijdragen aan een storingsvrij transportproces dan wel mag hij dit niet verhinderen. Fabrikanten van transportinrichtingen gaan dan uit van een veilig samenspel tussen transportinrichtingen en FAA zowel als van een betrouwbaar sluiten.

Het grote aantal bouwwijzen van huidige transporteurs zowel als begrenzende factoren zoals de beperkte ruimte op de inbouwplaats en het draagvermogen van wanden en plafonds stelt de brandbeveiliging altijd weer voor nieuwe uitdagingen. Door de voortdurende nieuw- en verdere ontwikkeling van steeds beter presterende transportbandafsluitingen, is er echter voor bijna elke transporttechniek een passende afschermingsmogelijkheid. Wanneer er geen standaardoplossing in aanmerking komt, zijn diverse speciale constructies mogelijk. Afgestemd op de behoeften van de intralogistiek, garanderen moderne FAA het perfecte samenspel van transportgoed, transportsysteem en brandscherm. Intelligente besturingen coördineren daarbij in geval van brand het vrijmaken van het schotgebied, het sluiten van de opening en – wanneer nodig – het gebruik van noodstroom voor het transportsysteem.

  • Brandschutz für Förderanlagen
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
  • Brandbeveiliging bij gebouwen met railgebonden intralogistiek
  • Brandbeveiliging bij gebouwen met railgebonden intralogistiek
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
  • Brandschutz für Förderanlagen
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen
  • Brandbeveiliging bij gebouwen met railgebonden intralogistiek
  • Brandbeveiliging bij gebouwen met railgebonden intralogistiek
  • Brandbeveiliging voor transportinrichtingen

Verlening van het Bewijs van bruikbaarheid door passende brandtesten

Testen en registratie van transportbandafsluitingen

De geschiktheid voor gebruik van dergelijke afsluitingen moet in Duitsland door een algemene registratie door Bouw- en woningtoezicht (abZ, allgemeine bauaufsichtliche Zulassung) van het DIBt (bij uitzondering door een Toestemming in het afzonderlijke geval, ZiE (Zustimmung im Einzelfall)) of op Europees niveau door een Europese technische beoordeling (ETA) zijn aangetoond.

Wezenlijke basis voor de toekenning van het bewijs van bruikbaarheid zijn passende brandtesten. Transportbandafsluitingen moeten daarom hetzij met succes volgens DIN EN 1366-7 (geharmoniseerde testmethode) of volgens DIN 4102-5 in verbinding met de "Richtlijn voor de registratie van brandafsluitingen in het kader van railgebonden transportinrichtingen" van het DIBt zijn getest. Beide beproevingsnormen stellen hogere eisen aan brandafsluitingen dan bijvoorbeeld de DIN EN 1634-1 voor deuren, poorten, afsluitingen en vensters. Zo ontstaan bijv. door de verschillende inbouwposities van het FAA (dicht bij de vloer, verhoogde montagepositie in de wand, horizontale stand) hogere drukken in de brandruimte dan bij de test voor deuren en poorten. Bovendien mogen in geval van brand de lineaire uitzetting en warmtegeleiding van doorlopende onderdelen of noodzakelijke functie-openingen van de transporttechniek geen negatieve invloed op de brandweerstand van de afsluiting hebben. De mechanische belasting en de duurzaamheid van de zelfsluitendheid van de transportbandafsluiting moet door een functionele duurtest met 200.000 cycli (Klasse C5) zijn aangetoond.